Instandhouding kwetsbare natuur / habitats

Opgave

In Europees verband zijn de meest kwetsbare levensgemeenschappen en soorten beschreven die beschermd moeten worden om de biodiversiteit en natuur in stand te houden (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn). Naast een bijdrage aan biodiversiteit, gaat het voor de land- en tuinbouw vooral om het beperken van de negatieve invloed op een gebied (denk aan ammoniak, stikstofoxiden, nitraat en verdroging) mét behoud van opbrengst en verdienvermogen. Aandachtspunt is dat zeker voor stikstofneerslag het buitenland een grote bijdrage heeft die kan oplopen tot meer dan de helft.

Oplossingen

Limburgse boeren en tuinders hebben de volgende oplossingen in huis voor deze opgave:

Kapitaliseren duurzaamheid/ maatschappelijke diensten vergoeden

Inspanningen van boeren gericht op maatschappelijke opgaven als natuur, klimaat, bodem en biodiversiteit worden op dit moment onvoldoende gewaardeerd en vergoed. Een passende vergoeding voor deze inspanningen en de daarmee gemoeide extra kosten, is belangrijk om de verduurzaming van de landbouw te doen slagen.

Maatwerk op gebiedsniveau

Door meer maatwerk op gebiedsniveau kan worden ingespeeld op de behoeften en inpassing in het gebied. Voor het ene gebied betekent dit verduurzaming door intensivering: meer voedsel produceren met minimale input en uitstoot per product. Voor het andere juist extensiveren: met meer input en uitstoot per product, met daarbij de keus om minder te produceren en verdienvermogen te behouden door een combinatie van functionaliteiten, bijvoorbeeld agrarisch en recreatie.

Plantaardige grondstoffen

Een gedeeltelijke overgang van fossiele grondstoffen naar biogrondstoffen, is een belangrijke route richting reductie van broeikasgasemissies. De land- en tuinbouw zijn zo de basis van een nieuwe, duurzame (biocirculaire) economie.

Reductie emissies ter bescherming van natuur

De agrarische sector werkt via diverse samenwerkingsverbanden en plannen van aanpak aan de reductie van stikstof, om de invloed daarvan op de natuur zoveel mogelijk te beperken.

Robuuste gewassen

Door keuzes voor robuuste gewassen die passen bij grondsoort en omgevingsfactoren en door veredelingstechnieken toe te passen die rassen meer ziekte- en droogteresistent maken. Denk daarbij ook aan innovatieve technieken als CRISPR-CAS. En door, in gebieden die snel vol water lopen, te kiezen voor teelten die tegen veel water en een hoger grondwaterpeil kunnen.

Bovenstaande randvoorwaarden stellen onze sector in staat een belangrijke bijdrage te leveren aan een goede kwaliteit van het oppervlaktewater en daarmee aan de aarde.

Perspectieven

De aarde, consumenten, buren & burgers en de Limburgse economie geven de land- en tuinbouw opgaven mee voor  de toekomst. Deze opgaven staan soms op gespannen voet met elkaar. Hierdoor staan onze boeren en tuinders voor grote uitdagingen. Maar ze zien ook perspectieven! Voor het in stand houden van kwetsbare natuur/ habitats zijn dit de volgende:

  • Bied ruimte aan innovaties en faciliteer samenwerking en kennisdeling.: Wet- en regelgeving, maar ook verzuiling in sectoren, blokkeren de weg naar innovaties. Door samenwerking en experimenteerruimte komen innovaties sneller van de grond en worden kansen benut.
  • Breng gevolgen voor land- en tuinbouw in beeld: Breng bij beleid en programma’s en (grote) projecten voor het buitengebied de gevolgen voor de land- en tuinbouw in beeld. Wat zijn de gevolgen qua oppervlakte, kosten, marktpositie en sociaal? Werk ook uit hoe negatieve gevolgen voor land- en tuinbouw gemitigeerd kunnen worden.
  • Investeer in kennis, onderwijs en onderzoek: Faciliteer de samenwerking tussen studenten, onderzoekers en ondernemers en investeer in goed onderwijs op alle niveaus, doorlopende leerlijnen en een leven lang ontwikkelen. Want zo wordt talent gebonden en geboeid. Investeer ook in een kennisinfrastructuur die innovaties mogelijk maakt.
  • Ondersteun de beweging naar een duurzamer, gezonder en eerlijker voedselsysteem: Boeren en tuinders hebben als primair producent hierin een cruciale rol. Goed functionerende voedselketens stellen boeren en tuinders in staat een behoorlijk inkomen te verdienen. Hierdoor kan waarde worden gecreëerd voor economische groei, de samenleving en het bedrijfsleven.
  • Ontwikkelruimte: Creëer ruimte voor ondernemers die experimenteren en die ontwikkelen om te kunnen voldoen aan de wensen van markt en omgeving.
  • Voer een echte dialoog met de sector: Participatie staat hoog in het vaandel van overheden (gemeenten, provincie, waterschap). Maar dit leidt te vaak tot grote sessies of het accent op digitale inspraak. Het is wenselijk dat met de landbouwsector, als belangrijkste stakeholder én grondeigenaar in het buitengebied, een echte face-to-face dialoog wordt gevoerd voor rurale plannen, programma’s en (grotere) projecten.
  • Waardeer maatschappelijke diensten: Land- en tuinbouw dragen bij aan de oplossingen voor vele opgaven, ook maatschappelijke, zoals natuur, landschap, rust, welzijn en wateroverlast. Maar de markt betaalt die opgaven beperkt of niet. Zorg daarom voor evenwicht tussen maatschappelijke opgaven en beschikbare financiële middelen.
  • Werk integraal: Kijk bij voorgenomen plattelandsbeleid, -programma’s en -projecten naar de gevolgen in de breedte en check op tegenstrijdigheden. Betrek ondernemers, andere belanghebbenden én andere overheden. Maak vervolgens eenduidige keuzes en betrek daarbij ook opgaven en uitdagingen die niet (direct) tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag horen. Op het agrarisch bedrijf komen al die opgaven en uitdagingen immers samen.
  • Zorg voor zuinig ruimtegebruik: Beperk grondclaims zoveel mogelijk en zet, indien nodig, in op multifunctioneel grondgebruik, waarbij gronden in agrarisch bezit en gebruik blijven (waar nodig met beperkingen).

Bovenstaande randvoorwaarden stellen de agrarische sector in staat een belangrijke bijdrage te leveren aan het in stand houden van kwetsbare natuur/ habitats en daarmee aan de aarde.