Producten gericht op lokaal en natuurlijk

Opgave

Als consument in Limburg kun je naast een fruitteler wonen en toch een appel uit Chili in het winkelschap vinden. Nederlandse – en dus ook Limburgse - producten voldoen aan de hoogste eisen qua veiligheid en duurzaamheid en hoeven niet van ver te komen. De Limburgse appel, speklap, aardappel of krop sla is niet alleen gezond voor de consument, maar ook voor de aarde, doordat de foodmiles (de kilometers die het voedsel reist voor het op het bord terechtkomt) beperkt worden Limburgse boeren spelen hier onder meer op in door de ketens kort te houden via bijvoorbeeld huisverkoop of door rechtstreeks aan de horeca te leveren en het aantal transportbewegingen laag te houden.

Oplossingen

Limburgse boeren en tuinders hebben de volgende oplossingen in huis voor deze opgave:

Ketenintegratie, -verkorting, -afspraken

De primaire land- en tuinbouw zijn onderdeel van een productieketen met deels uiteenlopende belangen. Ketenpartijen kunnen de land- en tuinbouw “gevangen houden” in het oude systeem. Er is behoefte aan nieuwe, aanvullende structuren en ketenmodellen, waarbij de land- en tuinbouw verder opschuiven in de keten (ketenintegratie), de keten inkorten of afspraken maken over betere voorwaarden en prijzen.

Lokaal product

Lokaal is een waarde waarvoor een (groeiende) groep consumenten bereid is extra te betalen, vanwege de transparantie en kleinere CO2-footprint. Ondernemers kunnen hierop inspelen.

Maatwerk op gebiedsniveau

Door meer maatwerk op gebiedsniveau kan worden ingespeeld op de behoeften en inpassing in het gebied. Voor het ene gebied betekent dit verduurzaming door intensivering: meer voedsel produceren met minimale input en uitstoot per product. Voor het andere juist extensiveren: met meer input en uitstoot per product, met daarbij de keus om minder te produceren en verdienvermogen te behouden door een combinatie van functionaliteiten, bijvoorbeeld agrarisch en recreatie.

Natuurinclusieve landbouw

Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw die uitgaat van een veerkrachtig voedsel- én ecosysteem, optimaal gebruik maakt van de natuurlijke omgeving (het ‘natuurlijk kapitaal’) en deze integreert in de bedrijfsvoering. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving en heeft een positief effect op de biodiversiteit.

Perspectieven

De aarde, consumenten, buren & burgers en de Limburgse economie geven de land- en tuinbouw opgaven mee voor  de toekomst. Deze opgaven staan soms op gespannen voet met elkaar. Hierdoor staan onze boeren en tuinders voor grote uitdagingen. Maar ze zien ook perspectieven! Voor producten gericht op lokaal en natuurlijk zijn dit de volgende:

  • Bied ruimte aan innovaties en faciliteer samenwerking en kennisdeling.: Wet- en regelgeving, maar ook verzuiling in sectoren, blokkeren de weg naar innovaties. Door samenwerking en experimenteerruimte komen innovaties sneller van de grond en worden kansen benut.
  • Ondersteun de beweging naar een duurzamer, gezonder en eerlijker voedselsysteem: Boeren en tuinders hebben als primair producent hierin een cruciale rol. Goed functionerende voedselketens stellen boeren en tuinders in staat een behoorlijk inkomen te verdienen. Hierdoor kan waarde worden gecreëerd voor economische groei, de samenleving en het bedrijfsleven.
  • Ontwikkelruimte: Creëer ruimte voor ondernemers die experimenteren en die ontwikkelen om te kunnen voldoen aan de wensen van markt en omgeving.
  • Versterk de positie van de producent in de keten: Door regelgeving rond mededinging te versoepelen (en daarmee agrariërs een betere positie geven in keten, m.n. inkoopmacht retail), ketentransparantie te versterken en inzet voor een internationaal gelijk speelveld.
  • Voer een echte dialoog met de sector: Participatie staat hoog in het vaandel van overheden (gemeenten, provincie, waterschap). Maar dit leidt te vaak tot grote sessies of het accent op digitale inspraak. Het is wenselijk dat met de landbouwsector, als belangrijkste stakeholder én grondeigenaar in het buitengebied, een echte face-to-face dialoog wordt gevoerd voor rurale plannen, programma’s en (grotere) projecten.
  • Waardeer maatschappelijke diensten: Land- en tuinbouw dragen bij aan de oplossingen voor vele opgaven, ook maatschappelijke, zoals natuur, landschap, rust, welzijn en wateroverlast. Maar de markt betaalt die opgaven beperkt of niet. Zorg daarom voor evenwicht tussen maatschappelijke opgaven en beschikbare financiële middelen.
  • Werk integraal: Kijk bij voorgenomen plattelandsbeleid, -programma’s en -projecten naar de gevolgen in de breedte en check op tegenstrijdigheden. Betrek ondernemers, andere belanghebbenden én andere overheden. Maak vervolgens eenduidige keuzes en betrek daarbij ook opgaven en uitdagingen die niet (direct) tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag horen. Op het agrarisch bedrijf komen al die opgaven en uitdagingen immers samen.

Bovenstaande randvoorwaarden stellen onze sector in staat een belangrijke bijdrage te leveren aan producten gericht op lokaal en natuurlijk en daarmee aan consumentenopgaven